2019 Nieuw Zeeland
Week 1
Startpagina Week 2 Week 3 Week 4 Week 5 Week 6
Vrijdag, 28 december
Om 6.30 uur brengen Frieda en Wout ons naar Schiphol, waar we om 7.30 aankomen. Onze vlucht naar Singapore vertrekt om 10.30 uur, dus we zijn mooi op tijd. Het inchecken gaat snel. Daarna door de douane en beveiliging. We lopen wat winkeltjes af, drinken een espresso en lezen op onze e-readers. Om 9.45 uur kunnen we aan boord en stipt om 10.30 gaan we de lucht in.
De vlucht verloopt zonder bijzonderheden. Volgens schema landen we om 5.30 uur plaatselijke tijd. Om 6.30 uur zitten we in een taxi naar onze hotel Porcelain in Chinatown Singapore. Hier komen we om 7.00 uur. Onze kamer is natuurlijk nog niet klaar.
We lopen daarom “de stad in”. Het is 270 en klammig warm. Voor onze biologische klok is 24.00 uur ’s-avonds. We willen wel wat drinken. Op het terras van een soort koffiehuis, waar vroege Singaporezen hun ontbijt doen, drinken wij een biertje. Daarna zitten en hangen we tot ongeveer 12.00 uur in een park. Daarna kunnen we naar onze hotelkamer en slapen.
Zaterdag, 29 december
Toen we in Singapore aankwamen was het lokaal inmiddels zaterdag 29 december.
In het hotel zijn zogenoemde Engelse stopcontacten. Daar passen onze stekkers niet in. We kunnen bij de receptie een adapter lenen.
Deze zelfde stopcontacten hebben ze vast ook in Nieuw Zeeland. We nemen ons voor een adapter te kopen.
Als we wakker worden is het begin van de avond. We knappen ons op en gaan Singapore bekijken. In een van de vele eethallen eten we een paar Chinese snacks. Daarna lopen we door naar Marina Bay, een hip stukje Singapore met architectonische hoogstandjes waaronder het Marina Bay Sands Hotel. 3 Hoge torens dragen een overbruggingsstuk in de vorm van de romp van een vliegtuig. Indrukwekkend.
Het is hartstikke druk in Marina Bay. Het is één grote lichtshow. Alle gebouwen zijn uitgelicht met laserverlichting, op allerlei plekken is wat doen, in de baai spuiten voortdurend lichtfonteinen. Tegen 22.00 uur lopen we terug naar Chinatown waar we willen eten. Op de heenweg hebben we een paar interessante restaurants gezien. De meeste daarvan blijken nu al gesloten. Na wat rondzoeken komen we bij een restaurant terecht waar we heerlijk eten.
Zondag, 30 december
We gaan naar Little India. Met de metro. Little India is een aaneenschakeling van straten en straatjes met alleen maar winkeltjes in alle soorten en maten. Het is er ontzettend druk. Hoewel het erg warm is, zo’n 300, lopen we veel staatjes af en bekijken wat er allemaal te koop wordt aangeboden. We kopen voor S$1 een adapter voor het Engelse stopcontact straks in Nieuw Zeeland.
In een Hindoetempel genieten we van de spirituele en serene rust.
Na Little India gaan we met de metro naar de botanische tuin. Het is hier mooi en druk. Heel veel gezinnen die een dagje uit zijn. Op een van de paden zien we een varaan lopen. Iedereen doet zijn best om er een foto van te maken. Hoogtepunt van de botanische tuin is de orchideeëntuin.
Achter in de middag zijn we terug in ons hotel en doen we een powernapp.
’s-Avonds eten we weer bij een chinees. Dit keer met een flesje wijn erbij; die vind je hier in de restaurants slechts sporadisch op de kaart.
Maandag, 31 december
Vandaag vliegen we naar Auckland, Nieuw Zeeland. Om 12.00 uur checken we uit in ons hotel, eten we in een van de shoppingmalls een lunch en Nini laat haar voeten verzorgen en haar nagels lakken. Om 14.00 uur nemen we een taxi naar het vliegveld.
Onze vlucht heeft een vertraging van 3 kwartier. Om 18.30 uur gaan we de lucht in. Ergens tussen Singapore en Auckland vliegen we het nieuwe jaar 2019 in.
Dinsdag, 1 januari
Om 10.05 uur lokale tijd landen we op 1 januari 2019 in Auckland.
Met de Yellow Bus gaan we naar ons hotel waar we snel op onze kamer kunnen. We duiken is bed, beginnen te lezen en vallen in slaap.
’s-Avonds eten we in een restaurant op het vliegveld, dat op 15 minuten wandelen van ons hotel ligt. Op de terugweg kopen we in een supermarkt nog snel een flesje Nieuw Zeelandse wijn voor op de hotelkamer.
Woensdag, 2 januari
Met de Yellow Bus gaan we 0m 09.30 uur van ons hotel naar de camperverhuurder. Na ons gemeld te hebben, wachten we tot we opgeroepen worden. Het is erg druk, dus we houden er rekening mee, dat het even kan duren. Als we na een uur nog steeds zitten te wachten, gaan we maar eens reclameren. En ja hoor, er is iets fout gegaan. Snel worden we nu geholpen.
We lopen met een medewerker naar de huurcamper. Het is een Mercedes Sprinter, 7,2 meter lang en 2,8 meter hoog. Zowel aan de buitenkant als aan de binnenkant veel gebruikssporen. Na wat uitleg kunnen we vertrekken. Eerst naar ons hotel om onze bagage op te halen en daarna naar een supermarkt om de nodige inkopen te doen.
Als we onze spullen in de camper gaan opbergen, missen we al snel het gemak, de ruimte en het comfort van onze eigen camper. Maar álá, niet zeuren, we gaan op pad naar het noorden; naar Northland.
In en rond Auckland is het druk, maar eenmaal uit die stad rijd het aangenaam over de tweebaanswegen.
Na 200 kilometer zoeken we een stop voor de nacht. Die vinden we in Dragaville op een klein Holiday Park.
We roosteren lamsworstjes op onze buitengrill. Met een glas Sauvignon, wat gekookte aardappels en gemengde sla is het een feestmaaltijd.
Op het park verblijven overwegend Nieuw Zeelanders. Vriendelijke en praatgrage mensen. We zijn voordurend bezig met social talk.
We gaan om 21.00 uur op tijd naar bed. We hebben nog steeds wat slaap in te halen.
Donderdag, 3 januari
We vertrekken om 09.30 uur uit Dragaville. We volgen een mooie weg langs de westkust. We rijden onder meer 50 kilometer lang door “het laatste Kauribos”. De Kauri is een boom waar er heel veel van stonden in het oude Nieuw Zeeland. Een kauri wordt meer dan 1000 jaar oud, heel hoog en groot in omvang. Voor de Maori’s was/is het een heilige boom. Ze kapten er af en toe een paar om er boten van te maken. Toen de Engelse kolonisten eenmaal op Nieuw Zeeland waren, hadden ze veel hout nodig voor huizen en ander bouwwerk. En daar is de Kauri heel geschikt voor. Het resultaat was, dat de boom bijna werd uitgeroeid. Dit stuk bos langs de westkust van Northland is het grootste overgebleven bos dat nu goed in stand wordt gehouden. Onderweg zijn stopplaatsen waar we onder meer The Four Sisters (4 grote kauri’s vanuit één stronk) en de grootste kauri met een omtrek van 16,5 meter bekijken.
Als we bij het stadje Rawene aankomen staan we voor de keus: we rijden om de baai heen waaraan Rawene ligt of we nemen de ferry naar de overkant. We kiezen voor de ferry en dat scheelt veel kilometers.
Om 16.30 uur zijn we in Kaitaia. Deze stad wordt in de reisgidsen beschreven als de saaiste plek van Nieuw Zeeland!
Hier tanken we voor het eerst diesel. En de prijs valt erg mee; omgerekend ongeveer 90 Eurocent. Eveneens besluiten we om af te wijken van onze voorgenomen route. Vanuit Kaitaia is het nog 95 kilometer naar Cape Reinga, het noordelijkste punt van Nieuw Zeeland. Hier “botsen” de Tasman Zee en de Grote Oceaan. En het is de plek waar de Maori-doden naar hun paradijs vertrekken. Als we nu doorrijden komen we daar achter in de middag aan en moeten we morgen over de zelfde weg de zelfde 95 kilometer weer terug. We hakken de knoop door en besluiten naar het oosten te rijden. Het stadje Hihi aan de Doubtless Bay is ons doel. Om 18.00 uur komen we aan in het Holiday Park waar we worden begroet door mevrouw Kuipers, getrouwd met een derde generatie immigrant uit Nederland.
Vrijdag, 4 januari
Vanuit Hihi rijden we naar Waitangi voor een bezoek aan de Treaty Grounds aan The Bay of Islands. Hier kwam James Cook voor het eerst aan land. In Waitangi werd in 1840 door de Engelsen en de chiefs van de Maori’s het verdrag getekend waarin de Maori’s hun land verkochten aan de Engelsen. De Maori’s werden wel belazerd door de Engelsen want zij verkeerden in de veronderstelling dat zij hun land voor een vergoeding in gebruik gaven. Zo stond het ook geformuleerd in de Maori-vertaling van het verdrag dat door hen was gelezen.
Voor de Nieuw Zeelanders is de Treaty Grounds de plek waar hun geschedenis begint.
We bezichtigen het oorspronkelijke koloniale huis, waar het verdrag werd getekend, het Carved Meeting House met prachtig Maori-houtsnijwerk, 3 oude oorlogskano’s gemaakt uit kauristammen en een museum waar we de hele geschiedenis nog eens terug kunnen kijken.
We willen afzakken naar het zuiden over de Russell road, een weg met veel mooie vergezichten over de baai. Hiervoor moeten we eerst met een ferry naar Russell. We gaan met onze camper in de rij staan. Het is erg druk. Met de eerste ferry kunnen we niet mee en we verwachten, dat de tweede ook vol zal zijn voordat wij aan de beurt zijn. Goede raad is duur en daarom besluiten we een ander weg te nemen. Deze slingert zich door een prachtig heuvel/berglandschap.
Tegen 16.30 uur komen we aan bij een kleine baai, Woolleys Bay. Hier kunnen we vrij kamperen. Er staan al een paar campers. We geven onze camper een mooie plek naast een picknicktafel, smeren ons in met zonnebrandcrème en gaan met een koud biertje op onze handdoeken op het strand zitten. Het is er gezellig druk. Heel veel jongelui die met surfplanken en bodyboards in de golven in de weer zijn.
Rond 19.00 uur maken we een spaghetti carbonare bij de camper en drinken hier een mooie Nieuw Zeelandse rode Sauvignon bij.
Om ons heen zetten jongelui hun tentjes voor de nacht op. Maar niet zonder eerst aan ons te vragen of dat wel mag.